Het kabinet wil de Tweede Kamer op een andere manier gaan kiezen. Dat blijkt uit voorstellen van minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren die woensdag naar buiten zijn gebracht.
Ze wil het gemakkelijker maken voor een kandidaat om niet op de slippen van zijn of haar partij, maar op eigen kracht in de Kamer te komen. Dat kan bijvoorbeeld met een districtenstelsel of door kiezers de mogelijkheid te geven te kiezen voor een partij of voor een kandidaat. Welk stelsel het wordt, moet nog worden uitgewerkt.
Ollongren komt in actie op aanbeveling van de staatscommissie die de werking van het parlementaire stelsel heeft onderzocht. Die stelde vast dat heel wat Nederlanders het gevoel hebben dat er niet naar hen wordt geluisterd en deed daarom een reeks voorstellen om de democratie te “moderniseren”.
Ander kiesstelsel: Eerste Kamer om de drie jaar helft opnieuw kiezen
Ook de Eerste Kamer moet in het vervolg anders worden gekozen, vindt Ollongren. Om de drie jaar zou de helft van de senatoren moeten worden vervangen, zoals ook voor 1983 gebeurde. Daardoor komt het niet meer voor dat de hele Eerste Kamer recenter is gekozen dan de Tweede Kamer en dat de senaat kan beweren beter uit te drukken wat de kiezer wil.
Het moet verder gemakkelijker worden de grondwet te veranderen. Het blijft zo dat Tweede en Eerste Kamer na verkiezingen voor een tweede keer met een grondwetswijziging moeten instemmen. Maar ze doen dat, als het aan Ollongren ligt, niet meer afzonderlijk maar samen en tegelijk in één zogeheten Verenigde Vergadering.
Het kabinet werpt juist een hogere drempel op voor nieuwe partijen. Die moeten straks meer handtekeningen en geld verzamelen om deel te nemen aan verkiezingen. Dat moet voorkomen dat de politiek nog verder versnippert.
Ollongren omarmt niet alle voorstellen van de staatscommissie. Ze ziet er niets in om de formateur die na verkiezingen een nieuw kabinet vormt, voortaan te laten kiezen. Over een bindend referendum en een constitutioneel hof wil ze verder nadenken. Dat geldt ook voor het idee om de Eerste Kamer het recht te geven wetsvoorstellen terug te sturen naar de Tweede Kamer.